zaterdag 16 april 2016

Ontmoeting op papier

De lijn neemt steeds een andere weg, splitst en kruist, tot er geen houden meer aan is.
Vrij naar Sigrid Adriaens


Kai Kuper, Shivers down my spine, 2015. Potlood op papier
Mijn maatje Kai Kuper verheugt zich al weken. Eindelijk is het zover, het symposium Drawing Front in Diepenheim over de kracht van tekenen, begint vandaag. Kai ademt tekeningen en als ze niet werkt, kijkt ze, zoekt ze een lijn, een kleur of de structuur van een blad.
Ze plaatst een enthousiaste melding op Facebook met een foto van het programma van Drawing Front. En, daar staat zijn naam, de naam van de Vlaming die door een mossel in zijn neus werd gebeten en zich sindsdien niet meer aan een etentje bij ons heeft gewaagd. Mosselen moeten goed gekookt zijn, zeker wanneer je tafelt met de zuiderburen. Ronny Delrue zal in Diepenheim spreken over gecontroleerde ongecontroleerdheid bij het tekenen en tekenafspraken maken in de werkplaats.

Ineens ben ik veertien jaar terug in de tijd. Ik sta in een kamer in een huis in Den Haag omringd door tekeningen, notities, foto’s. Het is het oeuvre van Sigrid Adriaens. Haar moeder komt binnen met een man die zich voorstelt als Ronny Delrue. Een groot werk van hem hangt elders in het huis. ‘Sigrid is ermee opgegroeid,’ zegt Nicole. ‘Maar nu pas zie ik de invloed die zijn werk op haar had. Kijk naar die lijnen, die koppen.’ Delrue is niet minder verbaasd. Zijn huidige werk – verrek, het kan niet waar zijn, alsof ze naast elkaar hadden gestaan en een duet hadden gespeeld – vond zijn evenknie hier, in het archief van Sigrid Adriaens, die zeven jaar geleden gestorven was. ‘Ik wou dat ik dat meisje gekend had?’ verzuchtte hij meer dan eens. En dat vraagteken is geen typefout. 

De kennismaking van tekeningen leidde tot een gezamenlijke tentoonstelling met de titel: ‘Van twee kanten bekeken, Ronny Delrue ontmoet Sigrid Adriaens’. Ik schreef in de catalogus.


De lijn loopt over de rand van het papier af

Sigrid Adriaens overleed op 3 maart 1995. Ze liep over de rand. Haar atelier is inmiddels opgeruimd. Dat was in Amsterdam. Ze overleed jong, 23 jaar. Te jong? Men zou zeggen van wel, gemeten in de tijd waarin wij meten. Maar hoe relevant is de tijd die de klok ons voor tikt? Er bestaat nog een andere tijd, een tijd onder de tijd. De tijd die niet voorbij gaat. De tijd waarover Michel Seuphor schreef; ‘Et je suis lá bien plus a l’aise que parmi tout ce qui passe si vite, si vite…’ De tijd die door de Grieken ook wel als Kairos werd aangeduid en Kairos laat zich niet vangen in uurwerken, in verleden of toekomst. Kairos is het moment en de kans. Haar werk aanziend, leefde Sigrid met Kairos.

Ze was een veelvraat, een veelvraat van beelden. Zoekend naar hun wezen, vormen verkennend, ritmes zoekend. Waarschijnlijk heeft ze zich afgevraagd wat het was dat een ding of een mens bepaalde. Waar de kern van bestaan ligt. Welke lijnen de kop maken en welke de boom. Welke lijnen kun je weglaten? Welke kun je toevoegen? Voor Sigrid lag niets vast. De wereld lag open en betekenissen konden op slag veranderen door een kleur of door een lijn.
Ze heeft een vol en rijk leven gehad, gecreëerd door zichzelf, ieder moment gepakt en onderzocht. Voelde ze dat Chronos maar zo weinig uren voor haar in voorraad had?

Sigrid Adriaens, tekening, 1991. 90x60 cm, potlood op papier
In de kunst en in het leven wordt de waarde bepaald door de intensiteit. Een ‘mooi’ portret, of een ‘mooie’ tekening laat geen indruk achter en behoeft dus kwantiteit, veel kleur, veel lijst, veel kijkers. Van alles veel om de leegte te maskeren. Een intens werk daarentegen vereist dat niet, daarin bevindt zich alleen het noodzakelijke. Houtskool op een vel gescheurd uit een schetsblok kan een aardverschuiving teweeg brengen bij één enkele kijker.
Zó keek Sigrid, met intense blik zoekend naar het wezenlijke. En dezelfde intensiteit waarmee ze keek,wist ze over te dragen op materiaal. Het lijkt wel of ze alles gebruikte wat haar voorhanden kwam zonder zich te bekommeren over regels en duurzaamheid.

‘Ik wou dat ik dat meiske gekend had?’, verzuchtte de Vlaming Ronny Delrue toen hij voor de eerste maal in aanraking kwam met haar werk.
Ronny Delrue is van belang voor Sigrid en Sigrid evenzeer voor hem. Thuis, in het huis van haar moeder werd ze omringd door kunst. Velerlei Vlaamse kunst, waaronder schilderijen van Delrue, en dat heeft zijn sporen nagelaten.
Toen de moeder de Herculestaak verrichtte en zich boog over de nalatenschap van haar dochter, vond ze vingerwijzingen naar de werken in haar eigen huis. Ze had dit nooit eerder zo gezien.
Twee koppen van Sigrid, na haar dood ingelijst, gelijken twee koppen na haar dood gemaakt door Delrue. De ontmoeting tussen Ronny en Sigrid wachtte op actualisatie. Delrue zal dit gevoeld hebben en stelde een expositie voor. De Vlaamse kunstenaar en het jonge meisje verenigen zich over de dood, over het leven heen, als een klassieke liefdesgeschiedenis. Het lef waarmee Sigrid zich aan haar werk wijdde is tot dan toe besloten gebleven tussen de muren van haar atelier.

Grote mappen, rollen, stapels lijsten, foto’s, dia’s en krabbels. Sigrid lijkt een archivaris van het leven. Koorddansend over de lijnen der betekenissen. Het is haar kracht dat haar werk zoveel meer is dan een dagboek. Een dagboek dat intrigerend kan zijn en persoonlijk is. Haar archief bevat kleinere zaken dan de kleine besoignes van alledag, grotere zaken dan de omvang van een ego. Het toont fascinatie voor de wereld en de onberekenbaarheid van het leven. Alles wat haar blik kon verruimen, vorm, muziek, kleur, literatuur, theater, alles greep ze aan en doorleefde ze. Sigrid wilde over het randje kijken om waarheid te vinden in de kluwen van verhaallijnen, in de wirwar van illusies, met alle risico’s van dien.

We kunnen niet zeggen dat ze klaar was, toen ze stierf. Er ligt nog een schat aan ruwe diamanten, schetsen, onuitgewerkte ideeën. Er ligt nog een Atlantis onder de wereld dat ze ongetwijfeld had willen ontdekken. Maar zoals ze zelf op een tekening schreef; ‘Lijn waarvan telkens een deel een andere weg neemt en waardoor de basislijn met een lus het deel weer terug naar zich toe trekt, maar steeds meer splitst de lijn zich af, tot het op ’t laatst niet meer te houden is’. De lijn loopt over de rand van het papier af, en laat een prachtige tekening achter.


Uit: Van twee kanten bekeken, Ronny Delrue ontmoet Sigrid Adriaens
Catalogus van de gelijknamige tentoonstelling, Stichting Quartair, Den Haag
Uitgave van Arte Bene, Den Haag, 2002
Auteur: Caro Sicking


Geen opmerkingen:

Een reactie posten